De bloeifase van een wietplant is de spannendste periode van het kweekproces. Dit is het moment waarop de plant stopt met groeien en haar energie volledig richt op het ontwikkelen van toppen. Deze fase bepaalt de kwaliteit en hoeveelheid van je uiteindelijke oogst. In dit artikel bespreken we alles wat je moet weten over de bloeifase, van het herkennen van de eerste signalen tot de optimale verzorging van je planten.
Wanneer begint de bloeifase?
De bloeifase begint wanneer een wietplant minder dan 14 uur licht per dag krijgt. Dit kan vanzelf gebeuren bij buitenkweek, wanneer de dagen korter worden in de late zomer. Binnen kun je de bloei stimuleren door over te schakelen op een lichtschema van 12 uur licht en 12 uur donker. Deze verandering zorgt ervoor dat de plant hormonen aanmaakt die de bloei in gang zetten.
Tip: Bij buitenplanten kun je verduisteringsdoeken gebruiken om de lichturen kunstmatig te verkorten. Voor autoflower-soorten is dit niet nodig, aangezien deze genetisch geprogrammeerd zijn om na een bepaalde tijd automatisch te gaan bloeien.

Hoe herken je de bloeifase?
De eerste signalen van de bloeifase zijn kleine, witte haartjes (stempels) die zich in de oksels van de takken vormen. Dit gebeurt meestal een week na de overgang naar het bloeischema. In de eerste weken blijft de plant groeien (de zogenaamde “stretch”), waarna ze zich volledig richt op de ontwikkeling van toppen. Deze toppen worden steeds groter, compacter en geuriger naarmate de bloei vordert.
De stadia van de bloeifase
De bloeifase kan worden onderverdeeld in verschillende stadia:
Week 1-2: Overgangsfase en stretch
- De plant maakt een groeispurt en kan bijna verdubbelen in hoogte.
- De eerste stempels worden zichtbaar.
- Geef in deze fase nog deels groeivoeding, zodat de plant genoeg energie heeft voor de ontwikkeling van nieuwe bladeren en stelen.
Week 3-4: Vroege bloei
- De eerste toppen beginnen zich te vormen op de plekken waar eerder de stempels verschenen.
- De groei neemt geleidelijk af, en de plant richt zich meer op de aanmaak van bloemen.
- Verhoog de hoeveelheid fosfor en kalium in de voeding om de bloei te ondersteunen.
Week 5-6: Volle bloei
- De toppen worden groter, compacter en beginnen harsklieren (trichomen) te produceren.
- De geur van de plant wordt sterker.
- Controleer regelmatig op overvoeding (bruine bladpunten) of tekorten (gele bladeren).
Week 7-8 (of langer): Rijping
- De toppen bereiken hun maximale grootte en dichtheid.
- De stempels verkleuren van wit naar oranje of bruin.
- In deze fase kun je beginnen met “flushen” door alleen water te geven, zodat overtollige voedingsstoffen worden uitgespoeld.
Belangrijke factoren tijdens de bloeifase
Licht
Voor binnenkweek is een lichtschema van 12/12 essentieel. Gebruik een kweeklamp met een rood lichtspectrum, omdat dit de aanmaak van toppen bevordert. Zorg ervoor dat de lampen niet te dicht bij de planten hangen om verbranding te voorkomen.
Temperatuur en luchtvochtigheid
- Houd de temperatuur overdag tussen de 20-25°C en ’s nachts rond de 15-18°C.
- Verlaag de luchtvochtigheid geleidelijk naar 40-50% om schimmelvorming in de toppen te voorkomen.
- Zorg voor goede ventilatie en luchtcirculatie.
Voeding
- Geef bloeivoeding met een hoger gehalte aan fosfor en kalium.
- Verminder stikstof, omdat de plant in deze fase minder behoefte heeft aan bladgroei.
- Volg altijd de aanbevolen dosering op de verpakking om overvoeding te voorkomen.
Kweektechnieken
- Dieven: Verwijder kleine topjes aan de onderkant van de plant, zodat de energie naar de grotere toppen gaat.
- Ondersteunen: Gebruik bamboestokken of netten om zware toppen te ondersteunen en te voorkomen dat takken breken.
- Snoeien: Verwijder dode of schaduwrijke bladeren om de luchtcirculatie te verbeteren en licht naar de toppen te laten doordringen.
Veelgemaakte fouten
- Te vroeg oogsten: Wacht tot de meeste trichomen melkachtig of amberkleurig zijn om de beste smaak en potentie te krijgen.
- Onvoldoende ventilatie: Dit verhoogt het risico op schimmel en toprot.
- Overvoeding: Controleer regelmatig de bladeren op tekenen van nutrient burn en pas de voeding aan.
- Gebrek aan voorbereiding: Zorg dat de plant volledig gezond is voordat je de bloei in gang zet. Problemen zoals voedingstekorten of plagen kunnen tijdens de bloei moeilijker te herstellen zijn.
Extra aandachtspunten voor buitenkweek
Bij buitenkweek zijn er andere uitdagingen en factoren waarmee je rekening moet houden:
- Bescherming tegen weersomstandigheden: Zorg voor een afdak of transparant zeil om de planten te beschermen tegen regen en vocht, wat schimmel kan veroorzaken.
- Lichtvervuiling: Buitenplanten hebben ‘s nachts volledige duisternis nodig om optimaal te bloeien. Lichtvervuiling van straatlampen of andere lichtbronnen kan het bloeiproces verstoren.
- Natuurlijke vijanden: Gebruik biologische bestrijdingsmiddelen of gezelschapsplanten om insecten en andere plagen te weren.
Wanneer is het tijd om te oogsten?
De beste manier om het juiste oogstmoment te bepalen is door de trichomen te inspecteren, eventueel met een loep of microscoop. Helder trichomen wijzen op onrijpe toppen, melkachtige trichomen op het hoogste THC-gehalte, en amberkleurige trichomen op een meer ontspannend effect. Daarnaast kun je letten op de stempels; als 70-90% van de haartjes verkleurd is, is de plant doorgaans klaar om geoogst te worden. Twijfel je? Vraag het de community in het forum 😉

Tot slot
De bloeifase is een cruciale periode waarin je wietplant haar volledige potentie bereikt. Met de juiste lichtcyclus, voeding, temperatuur en zorg kun je de kwaliteit en kwantiteit van je oogst optimaliseren. Door je planten goed te observeren en tijdig in te spelen op hun behoeften, kun je prachtige, volle toppen kweken.